Brigadier van politie Clyde B. was reeds 3 maanden ingesloten ter zake verduistering. Toen deze zaak in behandeling werd genomen, bleek dat ook de naam van een andere brigadier op het proces-verbaal vermeld stond. De verbalisanten hadden de naam van hun collega M. aangegeven als te zijn de verdachte. De rechter wilde het fijne hiervan weten, vandaar dat zij de ex-gewestelijke politie commandant (gpk) gisteren op de zitting hoorde.
De gpk verklaart dat het feit als het ware vlak voor zijn neus is gebeurd, maar hij was daarvan niet op de hoogte. Nadat hij gpk af was, ging hij voor twee maanden met verlof. Tijdens zijn afwezigheid kreeg hij informatie binnen dat Clyde zich bezighield met de aangehaalde praktijken. Dit zou hij hebben doorgespeeld aan zijn collega’s. Toen de inspecteur geconfronteerd werd met de opgemaakte processen-verbaal merkte hij op dat de verbalisanten de naam van M. hebben vermeld in plaats van Clyde B. De inspecteur riep toen elk der benadeelden op om aangifte te doen. Er kwamen vragen bij de rechter op en voor de duidelijkheid stelde zij die vragen ook aan de inspecteur. De rechter wilde weten of de benadeelden niet geïnstrueerd waren door de politie om op een bepaalde wijze te werk te gaan bij de aangifte. Op de vorig zitting gaf een van de getuigen namelijk een andere verklaring over het gebeurde.
Opmerkelijk was dat de inspecteur steeds om de hete brei heen draaide alvorens tot een antwoord te komen.
Er werd ook een dame als getuige gehoord. Zij verklaarde betrokken te zijn geweest bij het opstellen van een huurovereenkomst tussen de verdachte en de benadeelde. Later gaf zij aan dat alles in orde was.
Aan de brigadier wordt het verwijt gemaakt dat hij winkeliers heeft opgelicht van een bedrag groot US$ 50.000. De rechter stelde deze zaak uit naar 26 april. Op die dag worden er nog vier getuigen gehoord. De brigadier werd aangezegd om aanwezig te zijn op de volgende zitting.
Saskia Bandhan