Er was een potentiële dreiging gisteren dat de grote onderwijsbond BvL de middelbare scholen voor enige tijd zou platleggen voor een spoedberaad over de amnestiewet. De voorzitter van de BvL was van plan dit te doen tijdens schooltijd. Dit viel niet in goede aarde bij de schoolgaande jeugd, begrijpelijk omdat de jongeren weten wat voor consequentie die dingen van BvL met zich meebrengt. We leunen nu aan tegen het einde van het tweede kwartaal. Heel inventief heeft het Nationaal Jeugdinstituut waaronder het Nationaal Jeugdparlement ingespeeld op de dreiging door een kort en krachtig mediaboodschap te lanceren gericht op de leeftijdsgenoten, om de school niet te verlaten, zich niet te laten afschepen door de leraren. Men was ook op de scholen om met de leraren te praten. De achtergrond was het recht op onderwijs van kinderen. Op het BvL-centrum waren hooguit 30-40 leraren aanwezig. De leden zouden op de vergadering geïnformeerd hoe te handelen bij de behandeling van de amnestiewet. Het overgrote deel van de leraren is niet op de vergadering verschenen. Het was geen volle bak. De conclusie kan getrokken worden dat men anders aankijkt tegen de amnestiekwestie. Ook kan men concluderen dat het bestuur geen draagvlak heeft onder de leden. De voorzitter van de BvL zit al een tijdje aan. Nu wordt beweerd dat jongeren bij het BvL-gebouw de leraren zijn gaan bedreigen. Dat was de oorzaak van de lage opkomst. Ook op de SGL in Wanica zijn de lessen gewoon doorgegaan.
Bericht wordt dat de jeugdparlementariërs heel vroeg op de been waren. De groep heeft tegelijkertijd verschillende scholen aangedaan in groepen of individueel. Er zou door de jeugdvertegenwoordigers in de gaten zijn gehouden welke leraren naar de BvL-vergadering gingen. Deze groep was heel klein. Het Jeugdparlement deed naast een oproep aan de leerlingen ook een aan de leraren om normaal de lessen te verzorgen.
Het NJP bestaat zelf uit jongeren die op school zitten. Het vergt veel plankunst om de taken van het NJP uit te voeren en een studie te volgen op de universiteit. Het is opmerkelijk en vernieuwend om te zoen dat dit jeugdorgaan uit zijn schulp kruipt en uittest wat de kracht is van zijn mening. Nu is dat duidelijk geworden. Het Nationaal Jeugdinstituut en het daaronder vallende NJP verdienen voor het aanpakken van de BvL-zaak gisteren een compliment. Men heeft getoond snel te kunnen handelen en onder druk te kunnen presteren. Men moet ook gecomplimenteerd worden op de wijze waarin de jongeren ten midden van het politieke gehaal en getrek, ruimte voor zich creëren om gericht hun belang en hun wens kenbaar te maken. Men is heel gefocust gebleven bij het belang van de schoolgaande jeugd. De jeugdorganen hebben ook tot de juiste middelen kunnen komen om hun belangen te beschermen. Met name de voorzitter van het NJP heeft in deze een goede job gedaan. Zo merk je dat er in de kern van onze Surinaamse jeugd de potentie zit van een andersoortige generatie die een verschil kan uitmaken. Het probleem is echter dat nog steeds een generatie de macht in handen heeft in alle grote politieke partijen die opgegroeid is met de verhalen en de waarden en normen van Anansi. Precies zoals de Anansi de neiging heeft om voor zijn eigen belangen te gaan en de boel te belazeren, precies zo zijn deze oudere leiders aan het hoofd van de politieke partijen. Bij een nog groen partijachterban, is het de leider die de partijcultuur zwaar beïnvloedt. Deze jonge NJP’ers zullen vroeg of laat in deze partijen belanden en vanaf dan niet meer in staat zijn om oplossingen te bedenken. De lage opkomst bij de BvL-vergadering is stof tot nadenken. Aan het recht van arbeiders om rechtmatige collectieve actie te voeren, komen wij niet. Wel is het zo dat besluiten van de BvL wel draagvlak moeten hebben. In het verleden heeft deze bond het zelfs gepresteerd om ca. 2 maanden lang het onderwijsproces stil te leggen. En dan nog beweerde de bond dat het jaar nog geen verloren schooljaar was. Hoe druk waren die vergaderingen bezocht, waarop de BvL besloot om het lerarenwerk neer te leggen in het verleden? Was het genoeg om rechtmatig een vergadering aan te gaan? Was de laatste BvL-vergadering rechtmatig, met andere woorden: was er quorum? Kan je een bond op een slecht bezochte vergadering, eventueel zonder quorum, besluiten om in actie te gaan? Het zijn allemaal vragen die opkomen na de geflopte BvL-vergadering gisteren. Over het algemeen is er evenveel sympathie als onbegrip voor het motief van de BvL-vergadering namelijk de voorgenomen wijziging van de amnestiewet om de ‘gebeurtenissen van December 1982’ ook eronder te laten vallen. Waar er meer eenduidigheid is bij de burgerij is het tijdstip welke de BvL-voorzitter kiest om de vergadering te houden. Moet het altijd in werktijd. Volgens de internationale regels is het zo dat men tijdens werktijd niet beschermd is tegen maatregelen als men zonder toestemming van de werkgever, dus eigendunkelijk vrije tijd ‘neemt’ voor een vergadering. De vergadering kan alleen met toestemming worden gehouden. Het vonnis van de massaal ontslagen arbeiders van Fernandes ligt immers niet te ver achter ons in de geschiedenis. Het vergaderen tijdens werktijd is grond voor disciplinaire maatregelen, inclusief beëindiging van het dienstverband. Ook kan no work no pay door de overheid worden toegepast. Wij hopen dat zowel leraren als leerlingen tevreden zijn voor het resterend deel van het schooljaar. En dat het onderwijsproces geen vertraging ondervindt.