Het is onelegant om de uitspraken van de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV), die in 1998 tijden een conferentie zijn gedaan, tegen de vereniging te gebruiken. Betty Goede, voorzitter van de organisatie, zegt dat in 1998 er een andere sfeer heerste in Suriname. Een waarheidscommissie was toen een van de betere oplossingen om de moorden van 8 december 1982 voorgoed af te sluiten.
‘Je kon toen nergens terecht’, vertelt Goede aan Dagblad Suriname. Geen enkele instantie was na 1987 bereid om de decembermoorden te onderzoeken. ‘Wij, de nabestaanden, moesten uiteindelijk in 2000 de verjaring van die moorden stuiten.’
Over het boek “Waarheid en Gerechtigheid: Op zoek naar verzoening in Surinameâ€, zegt Goede dat er een heel project daaraan is vooraf gegaan. ‘De verkiezingen in 1987 zijn geen garantie geweest van herstel van wet en recht. De Nationale Militaire Raad bestond nog. In 1990 was het zelfs mogelijk om met een telefoontje de regering naar huis te sturen.’
Zelfs in 1996 zou de hete adem van de al lang ontbonden NMR voelbaar zijn. Het was in die tijd niet mogelijk om een commissie te benoemen die de mensenrechtenschendingen na 1980 zou gaan onderzoeken. ‘Begin 1996 was niemand bereid om in die commissie zitting te nemen.’
Uiteindelijk zou de OGV op eigen houtje een conferentie organiseren om te zien welke kans van slagen een waarheidscommissie zou hebben. De OGV nodigde alle politieke partijen uit, ook de NDP van Desi Bouterse. ‘De NDP heeft toen steeds op het laatste moment alle afspraken afgezegd. President Wijdenbosch heeft de OGV anderhalve maand voor de conferentie ontvangen. Als de conferentie van de regering had afgehangen, was het nooit doorgegaan.’
Van het instellen van een waarheidscommissie kwam er niets terecht. In 2000 lukte het de nabestaanden om de verjaring van de moorden te stuiten. Volgens Goede gaat het daarom niet meer over een waarheidscommissie. ‘Nu gaat het om het coûte que coûte stoppen van een rechtproces.’