Directielid Radjoe Kalipdewsingh van Combe Markt adviseert de regering liever te kiezen voor subjectsubsidie. ‘In dit geval help je daadwerkelijk de arme man om aan betaalbare goederen te komen.’ Kalipdewsingh haalt als voorbeeld aan de gesubsidieerde babyvoeding, die ook door rijkelui wordt gekocht. ‘Zij kopen ongelimiteerd een aantal blikken, terwijl de arme man, vanwege zijn kleiner budget slechts een beperkt aantal kan kopen. Het zijn dus degenen die het geld hebben die het meest van de overheidssubsidie op dit product genieten. Geef dan maar liever alleen aan de persoon met een Sociale Zaken-kaart de babymelk. Laat de staat een pakket van 40 items samenstellen dat bijvoorbeeld SRD 500 kost. De staat subsidieert dan SRD 250 op dit basispakket en de consument betaalt SRD 250. Dat betekent dat de kaarthouder, maar voor de helft betaalt voor de 40 producten die in de winkels zijn.’
Kalipdewsingh heeft dit voorstel woensdagavond naar voren gebracht tijdens het onderhoud dat vicepresident Robert Ameerali had met een aantal importeurs. Daarbij is gesproken over de hoge prijzen die momenteel worden gevraagd voor levensmiddelen. Er zijn uiteenlopende mogelijke oorzaken besproken. De importeurs wijzen erop dat zij goederen opkopen tegen prijzen die beïnvloed worden door situaties op de wereldmarkt. Kalipdewsing wijst erop dat de olieprijs internationaal weer met 1 procent is gestegen. Het zijn vooral de voedselprijzen die wereldwijd aan de hoge kant zijn. Surinaamse importeurs kunnen daar niets tegen inbrengen.
Volgens de importeurs zou ECD de prijscontrole moeten uitoefenen om prijsopdrijving aan banden te leggen. Daarnaast blijkt dat winkeliers genoodzaakt zijn hogere winstmarges in rekening te brengen, omdat er een geringe koopkracht is. Behalve de geringe koopkracht heb je ook te maken met een kleine bevolking. De importeurs hebben verschillende voorstellen aangedragen die in een volgend onderhoud verder besproken zullen worden. Importeurs hebben ook uitgelegd dat ze kostprijsverlagend kunnen werken. Maar dan moet de regering alvast nagaan wat zij voor de importeurs kunnen doen.
De handelaren wijzen erop dat ze enorme kosten moeten maken bij het binnenhalen van de geïmporteerde goederen. Zodra het product het land binnenkomt, moeten er hoge berglonen betaald worden. Ook de invoerrechten zijn sinds het aantreden van deze regering gestegen. De brandstofkosten drukken ook zwaar op de kostprijs, want importeurs distribueren zelf naar de winkeliers. Komt nog bij kijken de hoge arbeidslonen die gepaard gaan met het transport en de distributie. De importeurs willen wel meewerken aan kostprijsverlaging, maar dan moet de regering ook inleveren en waarnodig ook de controle loslaten op de winkeliers.