Minister Alice Amafo die zelf kandidaat is om voor de tweede keer voortijdig haar ministerschap op te geven is ertoe overgegaan om zelf haar directeur de laan op te sturen. Eerder schreven we dat we niet helemaal begrepen waarom deze minister gereshuffeld moet worden. Waarom de directeur het veld moest ruimen, is voor ons ook onduidelijk. Het laat zich evenwel raden. Clarisse is een jonge vrouw uit de PL-gelederen. Alice is een nog jongere vrouw uit de AC/Abop-gelederen. Clarisse behoort tot de politieke groep die moet leren dat het heilig huisje Sozavo niet meer in haar bezit is. De minister komt in een milieu waar ze niet zeker van is dat ze helemaal kan vertrouwen op een aantal politiek aangestelde hoge ambtenaren vanuit een ander politiek huis. De samenwerking minister-directeur is heel intiem. Op het operationele niveau draait een directeur een ministerie; de minister is meer naar buiten gericht. De directeur is de eerste – en soms de enige – in lijn om de minister te vertegenwoordigen. Het is uniek dat twee vrouwen op een departement dit tandem meemaken. Ervaringsdeskundigen zeggen dat een vrouwelijk tandem geheid zal leiden tot problemen. Vrouwen zouden minder gemakkelijk opdrachten en gezag accepteren van een andere vrouw. Het wordt moeilijker naarmate het leeftijdsverschil kleiner is. Waaraan ligt dat? Het heeft te maken onder meer op het uiterlijk (niet in etnische maar meer in esthetische zin) die bij de vrouw ook meetelt wanneer ze representeert, dus ook wanneer ze leiding geeft. Dat maakt dat onderhuidse spanningen kunnen ontstaan. Maar wij denken dat dominanter is het politieke aspect. Het ‘mi casa es su casa’ model is een wolf in schaapskleren. Het is een manier om de grip te blijven behouden op ministeries die men heeft verloren. Dit promiscue model werkt niet, omdat PL op ‘zijn’ ministeries geen directeuren van andere politieke partijen duldt. De directeur is een politieke functie en het is gebruik dat minister en directeur uit hetzelfde politieke huis komen. En dan nog kan het mislopen omdat in politieke huizen ook kampen zijn. Soms kan het tussen een minister en een directeur niet klikken, ook al zijn ze van een en dezelfde politieke partij. Vrienden binnen de groepen stoken de zaak aan waardoor gedurende een hele periode een onderhuidse spanning aanhoudt.
Een vraag die opkomt is of een minister in staat is een directeur te ontheffen. Volgens de regelgeving die geldt in de publieke sector is alleen de ‘bevoegde instantie’ gerechtigd om ondergeschikten in dienst te nemen en die personen te ontheffen en te ontslaan. Nu is de bevoegde instantie om besluiten te nemen over een directeur niet de minister maar de president. Die besluiten neemt hij middels resolutie. Dit geldt volgens de Personeelswet zelfs voor lagere ambtenaren die kort gezegd in een rang zitten met een vaste of minimumbezoldiging welke meer bedraagt dan de helft van die van de directeur van een departement. Dus laat staan de directeur. De reden van het niet meer dulden van de directeur door de minister zou als oorzaak hebben dat de directeur besluiten van de bewindsvrouw zou dwarsbomen. Op zich grond om daarin een oplossing te brengen. Om welke besluiten het gaat, weten wij niet. Om welk karakter van besluiten het gaat weten wij niet. Gaat het om besluiten gebaseerd op de wet en de taakuitoefening? Gaat het om besluiten waarbij mensen geregeld moeten worden en er geen wettelijke grondslag is? Van belang is om te beseffen dat dit ontheffen van de directeur besproken moet worden in RvM. Dat wil zeggen dat de politieke partijen met elkaar in overleg moeten treden. Een vraag die rijst is of de ontheffing te maken heeft met een waarschijnlijk op handen zijnd ontslag van Amafo. We herinneren ons een zelfde werkwijze op TCT toen een afdelingshoofd werd ontslagen omdat er een schuldige moest worden gezocht voor het vastgelopen vergunningensysteem met achterstanden. Het hoofd is weg, maar de problemen zijn gebleven op TCT met vergunningen. De Sozavo-minister kan als een kat in het nauw gedreven onberekenbaar uithalen. Of het nu te laat is weten wij niet. Of de directeur de minister flink heeft gedwarsboomd, waardoor de minister haar taken niet heeft kunnen uitvoeren, weten wij ook niet. We kunnen ons dat wel voorstellen, omdat het vaak niet zo is dat de functionarissen de dienst uitmaken op basis van deskundigheid (die er meestal ook niet is), maar dat men slechts instructies van hooggeplaatste partijbestuursleden uitvoert. De president die de bevoegde instantie is, heeft nog niet gesproken. De minister heeft zelf geen uitleg gegeven. Uiteindelijk kan het zover komen dat de directeur op het ministerie blijft. Het publiek is wel gerechtigd op informatie over de bijzonderheden, teneinde te kunnen beoordelen of de wet wordt nageleefd.