Wij maken momenteel in ons land een periode mee waarbij voorbereidingen van bestuursverkiezingen in het verenigingsleven over het algemeen, de meest op de voorgrond tredende activiteiten blijken te zijn. Zowel de politieke verenigingen (partijen) als de sportverenigingen beijveren zich om zich zoveel als mogelijk te houden aan regels van de statuten die aangeven binnen welke tijd dergelijke verkiezingen moeten worden gehouden. Voor wat de politieke partijen betreft, zijn het momenteel de NPS en de NDP en voor het overige in de sportwereld Transvaal en in feite met een afwijkend gedrag, de atletiekbond, die zich aan de democratische regels dienen te houden, wil men voor vol worden aangemerkt.
Kenmerkend is dat perikelen van sterk uiteenlopende aard gemaakt hebben dat de verenigingen geen van alle de belangrijke factor tijd als partner mee hebben. Niet één uitgezonderd. Een duidelijk teken van slordigheid en gebrek aan plichtsbesef bij soortgelijke verenigingen. Nu blijkt het dat het werkt wordt opgestapeld, met als gevolg voornoemd probleem. Bij de atletiekbond is er zelfs sprake van niet nader te noemen onregelmatigheden. Om met de laatstgenoemde te beginnen, luiden de berichten in de wandelgangen dat daar over het algemeen de grootste problemen liggen in het voorleggen aan de vergadering van jaarverslagen van de 2 (twee) belangrijke leden van het dagelijks bestuur, namelijk de secretarissen en de penningmeesters. Indien vanaf het prille begin, bij het vrijwillig aanvaarden van de bestuursfunctie correct werd gewerkt, zou dit geenszins een probleem mogen zijn. Daarnaast kent de atletiekbond ook nog 2 (twee) besturen. Een onding overigens. Bij de twee andersoortige verenigingen, de politieke dus, schijnen geheel andere redenen voor heel wat oponthoud te zorgen. In recente vraaggesprekken via de radio met personen uit de eerste lijn van bedoelde partijen is aan het licht gekomen dat de obstakels om een datum voor de vergaderingen te kunnen prikken allerhande (nog af te maken zaken) een rol spelen. Zo wordt in afwijking met wat wij tijdens de vraaggesprekken mochten vernemen sterke persoonlijke belangen, rivaliteit alsook interne politieke en andere belangen waaronder huidige posities en financiële redenen genoemd.
De obstakels van genoemde politieke partijen liggen echter ver uit elkaar. Bij de NPS gaat het grotendeels om posities, dus macht en privileges. Bij de NDP daarentegen is het voor een belangrijk deel een zeer oude vete, beter gezegd een voortdurende strijd die kort na de oprichting begonnen is. Van het prille begin af een strijd tussen leden van het eerste uur, grotendeels bestaande uit ex-militairen en de direct daarna volgende leden aangeduid als de intellectuele groep, waartoe de twee indertijd geroyeerde universiteitsopgeleide deskundigen behoorden. En tenslotte de blotevoeters, uiteraard de grootste aanwas van de partij. Deze groep blijft groeien, maar daartegenover staat dat ze weinig en zelfs niks in de melk te brokkelen heeft bij interne aangelegenheden.
Deze 3 (drie) meest op de voorgrond tredende stromingen in de partij blijven elkaar bestrijden, wanneer het gaat om politieke beslissingen, partijaangelegenheden en/of maatschappelijke posities. Met de andere stromingen wordt er – ofschoon de ontevredenheid onder die groepen bekend is – weinig of geen rekening gehouden, anders dan bij interne verkiezingen, zoals thans het geval is. Niet zo lang geleden is bijvoorbeeld bij de uitslag van een afdelingsverkiezing een zeer fanatiek en een voorheen op de voorgrond tredend lid – door meerderheid van stemmen – van zijn strategische positie in de partij onttroond. In hoeverre deze onaangename verrassende uitslag invloed zal hebben op de stroming waartoe betrokkene behoort, is vooralsnog niet bekend. De stroming die het eerst-geboorte-recht  onder alle omstandigheden opnieuw onder de aandacht van de huidige voorzitter in het bijzonder brengt, is toevallig juist dezelfde die het standpunt huldigt dat alles en dan ook alles wat in de kraam van de partij te pas komt, zondermeer goed is. De als aangeduide intellectuele groep (stroming) is qua rede en bezonnenheid veel matiger in haar beoordeling bij zaken het algemeen belang rakende. Botsingen tussen deze twee genoemde stromingen komen dan ook bij schering en inslag voor.
Momenteel is het verschil van mening tussen deze twee stromingen aangaande de alom bekende afkeurende werkwijze van de NDP door de jaren heen gehanteerd: “zodra het in mijn kraam te pas komt is het goedâ€, blijkt een niet te onderschatten obstakel bij verkiezing van de voorzitter van de partij te zijn. Dat de kritiek die door de partij, de NDP, geleverd werd op de voorzitter van de NPS toen hij beide functies bekleedde, zowel voorzitter van de partij als president van de Republiek Suriname was, volgens de eerstgeborene, niet langer meer valide, terwijl bij de intellectuele stroming deze zienswijze geen ingang heeft. Wij kunnen als de momenteel leidinggevende politieke partij in dit land – aldus de mening van de intellectuele stroming – niet van het ene moment op het andere van een indertijd principieel aangenomen standpunt veranderen. Zie daar een belangrijk meningsverschil dat mede oorzaak is van de vertraging om te komen tot hoofdbestuursverkiezingen, waarbij als doorgaans gebruikelijk de voorzitter afzonderlijk gekozen wordt. Uiteindelijk zullen de verkiezingen moeten komen, binnen de voorgeschreven wettelijke periode of niet. Tenslotte leven wij in Suriname, een land waar alles mogelijk is en voor zoet wordt aangenomen.