Recentelijk heeft een delegatie van onze DNA een bezoek gebracht aan de minister van RGB, en heeft daarover verslag uitgebracht. Ik ben zeer positief over de genuanceerde benadering daarbij van de RGB-problemen. Ik ben er steeds van uitgegaan dat de huidige minister als voormalige buitenstaander, zoveel fundamentele kritiek over zijn voorgangers heeft gehoord, dat hij toch zeldzaam wereldvreemd moet zijn om exact dezelfde heilloze wegen, nota bene in de schijnwerpers van pers en publiek, op te gaan. De delegatie gaf naar mijn inschatting aan, dat minimaal 51% van het kwaad afkomstig is van ambtenaren die werken op de verschillende afdelingen van het ministerie en die gewend waren om zaken op deze manier af te handelen. Het is bij velen niet onbekend dat er daarbij vaker gelden onder de tafel werden doorgesluisd. Deze praktijken zijn reeds zeer oud, maar werden verder geperfectioneerd toen een bepaalde partij het beheer van het ministerie kreeg. Deze minister was goed begonnen, maar werd op den duur steeds verder ingepakt door het kleine deel van die ervaren ambtenaren, die wel bereid waren mee te doen aan het doorsluissysteem. Het advies tot saneren van het apparaat binnen het ministerie verdient ondersteuning. Hoe prettig moet het voor de mensen in de districten zijn, als ze niet meer bang hoeven te zijn voor kapitaalkrachtige grootgrondbeheerders en grondspeculanten, die hen van de ene dag op de andere van hun terrein kunnen laten verwijderen, nadat de smeergeldkrachtige en kapitaalkrachtige “ondernemer†een hoge ambtenaar  “van het nodige had voorzienâ€. Hoe komt het dat er de laatste tijd zoveel gronden worden geveild van “stichtingenâ€, waarbij nu in de advertentie ook wordt vermeld de naam van de voorzitter, die vaak ook tegelijk ondervoorzitter, penningmeester, secretaris, eerste, tweede en derde commissaris van de stichting is. Dit is de reinste vorm van accumulatie van gronden, ook meermalen onder dezelfde naam van een ex-ambtenaar. In het Kraka-gebied is men door de nu aangevangen voorbereidingen voor de asfaltering van de weg van Zanderij naar Kraka weer met deze zaken geconfronteerd. De poging  om mijn gebied dat ik nabij Kraka sinds 1989 beheer, over te nemen is  gestaakt nadat ik in de pers met initialen, maar in drie  door mij betaalde advertenties ook voornamen en achternamen publiceerde van de betrokken grondspeculanten. Als hoger opgeleide en mede opsteller/adviseur van de mijnwet van 1986 en huidige concept mijnwet  van 2007, zijn de regels tot verdediging mij bekend. Het werd en bleef stil. Intussen worden er wel via advertenties terreinen van  andere personen nabij Kraka ten verkoop aangeboden, waarschijnlijk met de bewoners er op, door acties van geldschieters, tevens grondspeculanten. Ik heb wel medelijden met degenen die de wetten en hun reeds bij wet vastgelegde rechten niet kennen, en die in paniek raken bij ontvangst van een deurwaarders exploot. De ene trekt zich bang terug, de andere, en die zijn er anno 2012 echt, voorzien zich van het nodige, ervan overtuigd dat zij bij de finale afhandeling niet de enige dode zullen zijn. Ik heb eens op zes voet horizontale afstand gestaan van een grondspeculant die ik in 2010 op heterdaad betrapte toen hij met 2 helpers net een illegale grenspaal ergens  op mijn terrein had geplaatst. De speculant dook snel weg in zijn terreinwagen met donkere ruiten toen hij mij zag komen. De helpers stonden buiten, maar hielden de kaken stijf op elkaar. De gemiddelde bewoner van de Afobaka en Krakaweg kent de regels niet. Het wordt dus ook een taak van RGB om deze mensen die vaak slechts een hectare bezitten of willen bezitten te beschermen tegen bulldozers bezittende grondspeculanten die meer dan 200 hectaren willen, ten koste van iedereen. De delegatie van de assemblee heeft niet gevraagd om het ontslag van de minister, maar wel om herplaatsing van ambtenaren. Laten we hopen dat zulks ook gebeurt, zodat deze minister, de onregelmatigheden kan terugbrengen naar onder de 13%, het ongeluksgetal. Streven naar volledige eliminatie van grondgesjoemel  zal een utopie blijken te zijn, want, “Grofufuruman no hab’ gwenti, den sa tan fufuru nomo nomo, te den kis’ wan pis’ gron na Mariusrust, Sarwa Oeday, if Weg naar Zee, fu den rust in vredeâ€.
Eddy Monsels