De laatste tijd is het gedrag van de verkeersdeelnemer vaak onderwerp van gesprek. Tijdens een van deze gesprekken werd mij duidelijk dat artikel 22 van de Rijwet de gelegenheid biedt om feitelijk alles te verbaliseren dat gevaar of hinder veroorzaakt voor overige verkeersdeelnemers. Een soort van ‘kapstokartikel’ dus. Als een bepaald gedrag niet expliciet verboden is bij de wet dan kan artikel 22 worden toegepast om toch te kunnen verbaliseren. Op zich niets mis mee, maar het probleem is wie nou uitmaakt als het gedrag gevaar of hinder veroorzaakt.
Het kan dus niet anders dan dat een politiefunctionaris degene is die dat bepaalt. We zijn dus in dit geval overgeleverd aan de grillen van elke politieman/-vrouw. Vele bestuurders zijn laatst geverbaliseerd, omdat zij op de Kernkampweg gebruik hebben gemaakt van de rijstrook voor het tegemoetkomende verkeer om de Sarpatiestraat in te slaan. Omdat daar de rijstroken niet zijn verdeeld door middel van een doorgetrokken streep en geen rechtsaf verbod geldt, kan de politiefunctionaris zelf uitmaken of dat gedrag als gevaar of hinder kan worden bestempeld. Hiermee kan elke politieman of vrouw dus dreigen met artikel 22 en dit kan zelfs leiden tot corrupt gedrag van de politieman/-vrouw. Om corruptie bij de politie tegen te gaan, zou de wetgeving duidelijkheid moeten verschaffen, maar dat is jammer genoeg niet het geval.
Ik heb persoonlijk meegemaakt dat een politieambtenaar een bestuurder sommeerde om zijn personenauto, die geparkeerd stond aan de Zwartenhovenbrugstraat, te verwijderen. Dat het gedrag van de politie zeer onprofessioneel was, laat ik maar even in het midden.
De bestuurder wees de ambtenaar toen op de andere auto’s die ook daar geparkeerd stonden, maar daar had meneer de agent niets mee te maken. Deze meneer werd toen dus geverbaliseerd op grond van het feit dat de agent het parkeergedrag had gezien en kennelijk op die dag met zijn linkerbeen uit bed was gestapt. Wie niet gezien was, had blijkbaar geluk. Het merkwaardige was evenwel dat net tegenover de plaats waar de man werd aangesproken omtrent zijn gedrag, de politie hetzelfde gedrag vertoonde door zodanig te parkeren, nota bene vlak voor het politiebureau, dat de voetgangers ernstige hinder ondervonden en via de rijbaan hun weg moesten vervolgen. Maar, jawel, het gaat er niet om wat de burgers vinden, maar wel wat onze beste oom agent vindt. En dat maakt wel wat uit. Je bent al gauw overgeleverd aan de grillen van die ene politieagent op dat ene moment.
‘Skowtu kis’ mi’ is een typisch voorbeeld van hoe het niet moet. In plaats van een stopbordje aan te brengen op de politievoertuigen waarmee de bestuurders op een fatsoenlijke manier kunnen worden geattendeerd dat zij aan de kant moeten gaan, worden de bestuurders behandeld als koeien. Met een ‘koe-geboe’ wordt de bestuurders duidelijk gemaakt dat ze moeten stoppen en de bestuurders die dat niet snappen wordt middels de luidspreker duidelijk gemaakt met: ‘bestuurder, gwa see see’. Zeer professioneel hoor als je in een onderontwikkeld land woont. Alsof dat niet erg genoeg is, dan kun je zien dat agenten vanwege een regenbui niet uit de auto stappen, maar de bestuurder sommeren om ergens naar toe te rijden waar zij zelf tenminste droog kunnen staan. Hoe erg kan het nog? Enige tijd geleden is men al begonnen met het verfraaien van de wegen door flitspalen aan te brengen. Ik heb inmiddels een vergunning aangevraagd om een fotostudio op te zetten op de locatie van de flitspalen, maar daar wordt nog naar gekeken. Wat is het heerlijk in Suriname te wonen.
Rebien