De Arbeidsinspectie herdacht gisteren haar 65-jarig bestaan. Waar gedacht werd dat het kersverse nieuwe hoofd van de Arbeidsinspectie out of te box zou kunnen denken om een aantal vernieuwingen door te voeren, lijkt het erop alsof ook hij besmet is door de klaagmentaliteit van deze dienst. Herwinnen van haar vertrouwen bij kwetsbare werkende groepen is de grootste uitdaging, waarvoor deze overheidsdienst zich geplaatst ziet. Dat vertrouwen dat er eens wel bestond, is behoorlijk gaan eroderen en dat blijkt uit contacten met jonge en oudere werknemers. Integriteit is een groot probleem, al moet echter beaamd worden dat er toch nog positieve krachten binnen de dienst aanwezig zijn, waardoor een deel van de wettelijk vastgelegde taken uitgevoerd kunnen worden. De dienst werd na lange tijd geleid te zijn door een intern doorgebroken arbeidsinspecteur, nu geleid door een jurist die vrij nieuw is in het systeem. Dat biedt mogelijkheden aan hem om ‘out of the box’ te denken en een aantal vernieuwingen door te voeren. Die mogelijkheid moet aangegrepen worden. Verwikkelingen op het ministerie van OW en in het kader daarvan gedane aanbevelingen, doen ons denken aan andere overheids(inspectie)diensten waaronder de Arbeidsinspectie. Het zou geen slecht idee zijn om inspecteurs regelmatig te rouleren, waardoor er geen intieme relaties ontstaan met malafide werkgevers, die erop uit zijn kwetsbare werknemers met een kluitje in het riet te sturen. Een klachtenbox waarin anoniem klachten over het functioneren zouden kunnen worden gedeponeerd, zou geen slecht idee zijn, een strategie te ontwikkelen die leidt tot hogere efficiëntie van de dienst. Na 65 jaar zou het goed zijn als de minister van arbeid een doorlichting zou laten uitvoeren en de dienst zou laten analyseren op zwaktes en bedreigingen, maar ook op kansen en sterke punten. Wat wij weten, is dat de dienst nooit in het openbaar heeft geklaagd over een mogelijke onderbezetting. We kunnen ons in de afgelopen 10 jaar 2 grote lichtingen herinneren die binnen zijn gehaald. Hoeveel van de nieuwe lichtingen is gebleven, is een vraag. We hebben relatief dus een grote Arbeidsinspectie. Een ander sterk punt is dat Arbeidsinspectie na 65 jaar behoorlijk ingeburgerd is in de samenleving. Arbeid is heel vaak synoniem voor Arbeidsinspectie. Vanuit die positie kan de Arbeidsinspectie ervoor zorgen dat de arbeidswetten worden nageleefd, waardoor sociale rechtvaardigheid gerealiseerd kan worden en werknemers leed wordt bespaard. Een sterk punt is dat de arbeidsinspecteur bij ons onaangekondigd alle werkplaatsen mag binnentreden om zijn werk te doen. Echter wordt er heel veel geklaagd over bezoeken van de inspecteurs die werkplaatsen bezoeken. Er zou, soms na een klacht, direct gestapt worden in de kamer van de directeur of manager. Na achter gesloten deuren het een en ander besproken te hebben, vertrekken sommige inspecteurs. Volgens de theorie is het ideaal als inspecteurs na een inspectie een gesprek hebben met de werknemers en hen ook kort uitleggen waarom de inspectie is afgelegd en wat de instructies zijn aan werkgevers en werknemers. Een ander punt dat thans een groot obstakel vormt, is de confidentialiteitsplicht die verankerd behoort te staan in de wetgeving. Er wordt teveel geklaagd dat inspecteurs namen van werknemers die klachten indienen, doorspelen aan (bevriende) werkgevers. He resultaat hiervan is rancune en pesterijen vanuit de werkgeer, met als uiteindelijk resultaat soms een voortijdig vertrek van arbeiders. Dit wordt doorverteld en de drempel om naar de inspectie te stappen wordt dan hoger. Een ander heikel punt bij inspectiediensten dus ook bij de Arbeidsinspectie zijn de diensten die als particulier geleverd worden aan de bedrijven. Bij bezoeken kunnen administratieve hiaten geconstateerd worden die leiden tot strijdigheid met de wet of inefficiëntie van de bedrijfsvoering in relatie tot wet- en regelgeving. Beweerd wordt dat dienstdoende ambtenaren dan hun diensten aanbieden om het een en ander voor het bedrijf in orde te maken tegen betaling uiteraard. De vraag is of dit mag. In principe is de ambtenaar vrij om in zijn vrije tijd een dienst te leveren aan de private sector, zolang het verlenen van die dienst zich niet intervenieert in de uitvoering van zijn ambtelijke taak. Wanneer men een bedrijf moet inspecteren, is het moeilijk als men overtredingen moet constateren, een sanctie moet opleggen of zelfs bedrijfsonderdelen zou mogen sluiten, als men regelmatig ook verdient aan die werkgever. Men zou geneigd zijn om meer coulant te zijn naar deze overtreders toe. Een mogelijke belangenverstrengeling met bedrijven die men onder zijn hoede heeft, moet er dus niet zijn.
Suriname is een land in ontwikkeling, voor het ondernemerschap is er nog veel ruimte om business te dienen en braakliggend terrein te verkennen. Dit kan gemakkelijker als de economie voor middenlange termijn voorspelbaar is en vertrouwen geeft, hetgeen geruime tijd toch wel wordt ervaren. Te midden van deze omstandigheden zal de Arbeidsinspectie nog relevant blijven. Internationaal is met de achter ons liggende crisis en globalisatie – die uitbestedingen en bezuinigingen met zich meebrengen – duidelijk geworden dat de arbeidsinspecties belangrijk zijn en zullen blijven. Het belang van de naleving van arbeidswetten blijft van belang, ook onder andere manieren van organiseren en outsourcen van werk en contractarbeid. De nieuwe trend is dat arbeidsinspecties samenwerken met andere inspecties en dat inspecteurs op zichzelf een complete inspectie doen. Ook is ideaal dat men met bewustwording bedrijven zover brengt dat ze zelf aan controle doen samen met werknemers en de overheidsdienst zich meer toelegt op trainingen, dialoog en conflictpreventie. Dat is de weg die onze Arbeidsinspectie ook moet opgaan.