De studenten Arnold Dwarka en Kavish Partiman zeggen dat er geen verbetering is opgetreden in de positie van de Surinaamse studenten in Nederland. Gesprekken die ze met de ambassade van Suriname in Nederland en het consulaat van Suriname in Amsterdam hebben gevoerd, hebben niet tot resultaten geleid. Het leven in Nederland is duurder aan het worden, vooral voor de Surinaamse studenten. Ze hebben geen beurzen ter beschikking van de Surinaamse overheid en moeten hun studie in Nederland voortzetten met financiële steun van familie en vrienden in Nederland en in Suriname. De studenten mogen wekelijks maar 10 uren werken. De Nederlandse regering heeft aangeven dat er geen verruiming zal komen van dit aantal werkuren. ‘Op zich geen probleem’, zegt Partiman, ‘als er maar soepel omgegaan wordt met de aanvraag voor een werkvergunning voor Surinaamse studenten’.
De ondernemers in Nederland kiezen eerder voor Nederlandse studenten, omdat ze voor hun geen werkvergunning hoeven aan te vragen. Verder mogen die studenten veel meer uren werken dan de Surinaamse. Ondernemers zijn niet welwillend om maar voor 10 uren per week een werkvergunning voor een Surinaamse student aan te vragen. Partiman en Dwarka roepen de Surinaamse ondernemers in Nederland op om zoveel mogelijk Surinaamse studenten in dienst te nemen. Hiermee hebben de Surinaamse studenten dan ook ruimte om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien.
De Surinaamse studenten zijn bezig na te gaan hoe zich in een vereniging te bundelen die bedoeld is voor de belangenbehartiging van in Nederland studerende Surinaamse studenten.
Widjai Khoenkhoen