Bij de toetreding van Suriname tot de Caribbean Development Bank (CDB) is het belangrijk dat de private ondernemingen in staat zijn om kapitaal te mogen aantrekken tegen gunstige voorwaarden. Toetreding van Suriname tot de CDB heeft primair te maken met het beschikbaar kunnen hebben van leningen ten behoeve van de overheid en private ondernemingen in ons land. Het beschikbaar hebben van goedkoop kapitaal voor zowel de Staat als private ondernemingen is markant voor de versnelde ontwikkeling van onze economie, vindt het parlementslid Asiskumar Gajadien. Gelet op het overzicht van ontwikkelingsfondsen dan wel financieringsmogelijkheden waarin wij participeren of waar wij relaties mee onderhouden, blijkt al gauw dat er onderbenutting is bij de Inter-American Development Bank, de Wereldbank, de Europese Investeringsbank, de Islamitische Ontwikkelingsbank en het IMF, meent het DNA-lid.
Bij de gesprekken met actoren uit dit veld was ook te merken dat er een behoefte bestaat voor de private sector. Gajadien wil daarom een goed overzicht van de minister ontvangen, wat onze beschikbare binnenlandse kapitaalmarkten te bieden hebben en ook wat de behoefte is aan benodigd investeringskapitaal voor de private sector om onze productiecapaciteit te vergroten en verder te verbeteren en te ontwikkelen. In dit kader acht de parlementariër het van belang om te weten wat de doelstellingen van de verhoging van onze binnenlandse obligoplafond waren.
Gajadien vraagt zich af waarom onze overheid dan wel onze private ondernemingen geen gebruik maken van de bestaande fondsen als de Islamitische Bank, de IDB en Europese Investeringsbank.
Het is goed op te merken dat op Suriname na alle lidlanden van de Caricom reeds zijn toegetreden tot de CDB. En verder dat slechts een geassocieerd lid van de Caricom, namelijk Bermuda, zich nog niet heeft aangesloten bij deze bank.