De Nationale Assemblee (DNA) behandelt morgen het wel of niet toetreden van ons land tot de Caribbean Development Bank (CDB). Het wordt hoogstwaarschijnlijk een hamerstuk. Het gaat immers om een wet die uit 15 artikelen en een memorie van toelichting die uit 206 woorden bestaat.
De wet regelt de privileges die ons land heeft bij de toetreding. Echter wordt er ook ruim aandacht besteed aan de immuniteit die de vertegenwoordigers van die regionale bank zullen genieten in Suriname.
In artikel 8 wordt al duidelijk dat de CBD volledige immuniteit geniet tegen iedere vorm van juridische procesvoering. Er is alleen een uitzondering gemaakt “in gevallen die voortkomen uit of in verband staan met de uitoefening van haar bevoegdheden om geld te lenen, om schuldbekentenissen te garanderen, of het kopen en verkopen of garant staan voor de verkoop van effectenâ€. In dit geval kan alleen een bevoegde rechter vorderingen instellen tegen de bank.
Als de bank besluit zich hier te vestigen, mag in feite niets aan een onderzoek worden onderworpen. Ook het personeel, de directeuren, presidenten en deskundigen genieten immuniteit voor alles dat ze in de hoedanigheid van hun functie hebben gedaan.
Artikel 11 valt ook op. Daarin staat dat de bank haar geldmiddelen vrijelijk over mag maken naar welk ander land dan ook. Het mooie hiervan is echter dat zij in haar uitvoering niet gehinderd mag worden door financiële controles, wettelijke voorschriften en uitstel van betaling van welke aard dan ook.