De KTPI, een van de bij de Mega-Combinatie aangesloten politieke partijen, heeft vergaderd en er is daarbij bijzondere steun verleend door de politie, die doorgaans voor rust en orde in het gehele land moet zorg dragen. Opvallend hierbij is wel dat ook ondersteuning van militaire zijde is verleend en nota bene ook nog voordat er sprake zou kunnen zijn van enige noodzaak daartoe. Er was geen enkel teken van onrust waar te nemen, die de steun enigszins zou kunnen rechtvaardigen!
Op zondag 12 februari j.l. was er bij de ingang van het partijcentrum van de KTPI aan de Bonistraat, alwaar een bijzondere algemene ledenvergadering werd belegd, een aantal leden van de 2 (twee)Â gewapende machten in ons land aanwezig om de orde, die onder normale omstandigheden slechts alleen aan de politie wordt gevraagd in goede banen te leiden. Een uitzonderlijk gebeuren dat tot voor kort, in elk geval tijdens de laatste vergadering van de NPS aan de J.A.Pengelstraat niet te merken was.
Naast dit vreemd verschijnsel bleek ook nog dat voor de toegang tot de vergaderruimte een nieuw lidmaatschapskaart, groen van kleur, moest worden vertoond. Uit informaties is gebleken dat bedoelde kaart niet op de doorgaans bekende gebruikelijke manier verstrekt is aan de leden, waarbij de oude bij een oproep van een of ander orgaan van de partij komt te vervallen. Neen, op een tot nog toe ongebruikelijke manier van doen in het verenigingsleven moet de nieuwe toegangskaart (lidmaatschapskaart) zijn verstrekt aan bepaalde leden. Onaangenaam verrast met dit gebeuren aan de ingang van het partijcentrum ontstonden er, volkomen begrijpelijk overigens, duidelijke tekens van ontevredenheid en misnoegen. Dit verre van democratisch gedrag van de leiding mondde uit in verzet.
Dit soort gedrag van politieke partijen lijkt een fenomeen te worden in ons land en wordt naar mijn mening onvoldoende door de media in al haar verschijningsvormen bekritiseerd; het gevolg is een verergering van de toestand. Als er niet een buitenland bestond, was er haast geen nieuws te vermelden, op familieberichten en criminele activiteiten na. Zelfs sportverslagen klinken over het algemeen eentonig; het is veelal een droge opsomming van uitslagen en van nog te spelen wedstrijden. Achtergrondinformatie verschijnt bij hoge uitzondering. Hoe betrouwbaar het is laten wij over aan het oordeel van de lezers. Wel is opgevallen dat de kritiek in de laatste tijd heel selectief wordt geuit. Rapportages na gedegen voorbereiding ziet en hoort men enkel van experts op een bepaald gebied. Als er iets creatiefs te bespeuren valt, dan floreert dat door het verwekken van sensatie. Â Als de media zich meer gingen richten op een meer educatieve vorm, dan zouden de kijkers en luisteraars meer uit kunnen leren om kritischer te zijn.
De meeste lezers en luisteraars worden kijkers zodra de televisie-uitzendingen aanvangen. Na hun radiotoestellen in het bijzonder voor periodiek nieuws, overdag trouw te zijn gebleven, schakelen zij in de avonduren over naar het beeldnieuws, het scherm.
Toegegeven moet worden dat de televisie momenteel een “machtsfactor†in onze samenleving is geworden. Tientallen miljoenen kijkers die zich een blik op het reilen en zeilen van onze wereld gunnen met behulp van de als een periscoop boven de huiskamer uitstekende (buiten)antenne, het instrument dat het genot helpt vergroten. Amusement en informatie zo massaal, dat kwaliteitsvermindering niet valt tegen te houden.
Op het moment, even na achten – vrijwel overal in Europa en Zuid-Amerika – krijgen we “Nieuws in beeldâ€, “CNNâ€, “NOS Journaalâ€. Voor velen een overgang naar het verdere programma. In ons land zijn het dan: “To the pointâ€, “Novaâ€, “TNTâ€, “1 en 1 is drieâ€, “I.Q-sportâ€, “Sport Revueâ€, “Suriname Vandaag†en “Panoramaâ€om er slechts enkele populaire te noemen. Niet omdat de overige ons niet interessant lijken. Trouwens, een wat nauwkeurige opsomming zou vele kolommen vullen. Zo is het vandaag aan de dag. Hoe zal het over enkele jaren zijn? Meer en altijd meer. Vrijwel elke maand een  radio of televisiestation erbij. Alleen de supermarkten en de casino’s hebben een grotere frequentie gekend. Men praat erover, alsof het louter een technisch vraagstuk is. In regeringskringen schijnt men zich echter niet druk te maken over deze verschijnselen om een halt hieraan te roepen.
Dit soort handelen of nalaten maakt dat wij vandaag opgescheept zitten met straatventers, parkeerwachters, occupenten en ga zo maar door. Er wordt gedoogd, gedoogd en gedoogd tot het einde toe, maatregelen blijven steeds weer uit. In het Surinaams zeggen we: “Te yu kweki sneki ay tron abomaâ€.