De geluiden zijn er al. Het kabinet van de president wil zich loskoppelen van het ambtenaren bezoldigingssysteem. Ook De Nationale Assembleeleden willen niet meer dat hun salaris een afgeleide is van dat van een directeur op een departement. Het verleden heeft steeds uitgewezen dat bewindslieden zichzelf vrijwel altijd ten koste van de belastingbetaler na hun aftreden een royaal salaris en voorzieningen toebedelen.
Op 29 juni 2010 werd aftreden niet meer een sombere situatie. Alle macht en geneugten zouden komen weg te vallen. Ronald Venetiaan zorgde op die 29 juni ervoor dat 12 augustus 2010 geen unhappy day zou zijn. In twee resoluties zorgde de ‘emmerende’ president ervoor dat hij, de vicepresident en zijn 17 minister (inclusief de PL-ministers nadat Pertjajah Luhur zijn kabinet verliet) een goede exit-regeling kregen. Voor minister gold dat voor 6 maanden, voor de president en vicepresident tot hun dood.
Om uw geheugen even weer op te frissen. Alle 17 ministers hadden tot 12 februari 2011 gratis recht (op kosten van de burgerij) op: beveiliging, een auto, brandstof en een chauffeur van de Staat, telecommunicatievoorzieningen, waaronder ADSL, tuinmannen en protocollaire voorzieningen. Alles op kosten van de burgerij. Voor de ex-president en vicepresident is geen tijd vastgesteld.
Maar het wordt mooier. De ex-president, president en de ministers en hun gezinsleden hebben voor de rest van hun leven recht op eerste klas behandeling in het ziekenhuis.
Opmerkelijk is dat de regering Venetiaan zich rijkelijk heeft beloond nadat bekend was dat zij na 25 mei 2010 niet langer regeermacht zou hebben.