De Goudordeningscommissie heeft ruim een jaar na de start van haar activiteiten 14.500 goudzoekers weten te registeren. Gerold Dompig van de Goudordeningscommissie zegt aan Dagblad Suriname dat de geregistreerden in een latere fase een pas ontvangen die toegang biedt tot een aantal overheidsvoorzieningen. Zo zullen de geregistreerde pashouders recht hebben op een werkvergunning bij het tonen van de pas en kunnen zij een verblijfsvergunning krijgen na aanvraag, als het gaat om een niet-ingezetene. Dompig zegt dat de pas meer is dan een legitimatiebewijs alleen en voordelen oplevert voor de houder. Deze kaart verleent goudzoekers toegang tot alle goudcorridors in het binnenland en vergemakkelijkt ook de toegang tot kredietfaciliteiten bij de gevestigde banken. Voor Surinamers zal SRD 700 betaald moeten worden voor de pas. Niet ingezetenen zullen er SRD 1.700 voor moeten neertellen.
De informatie op de pas is van dien aard dat het voor de controlerende overheidsinstanties gemakkelijker valt de activiteiten van de goudzoekers te volgen. Op zo een pas verschijnt ook een registratienummer van de Belastingdienst. Dit betekent dat alle pashouders geregistreerd staan bij deze dienst en belastingplichtig zijn. De goudordeningsactiviteiten hebben tot nog toe 10 miljoen Surinaamse dollars gekost. Ruim de helft daarvan is besteed aan aanschaf en onderhoud van transport naar en in het binnenland. Dompig merkt op dat met de verkoop van de pasjes het geld terugverdiend wordt. De overheid kan rekenen op SRD 22 miljoen aan inkomsten, als elke geregistreerde goudzoeker een pas aanschaft. Wie zijn activiteiten op de goudvelden wil voortzetten, heeft echter geen keus dan de kaart te kopen.