Goede bestuurders kenmerken zich door hun pleidooi en oprechte inspanningen om de vorming van komende generatie volwassen burgers. Ouders en verzorgers spelen daarbij een voorname rol, maar de rol van de leerkracht moet niet worden onderschat. Ook de rol van voorbeeldig gedrag moet niet worden onderschat, maar daarover straks meer. Het is enorm toe te juichen dat het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling tijd uittrekt om een aantal leerkrachten die zich hebben ingezet, te waarderen met de titel Leerkracht van het Jaar. Daarmee wordt de inspanning van de individuele leerkracht geapprecieerd, maar wordt ook de waarde die er vanuit de samenleving bestaat voor het beroep nog eens benadrukt. Voor de meeste kinderen zijn leerkrachten de mensen die veel weten, vooral over de onderwerpen waarmee de leerkracht vanuit het curriculum bezig is. Kinderen hechten daar zoveel waarde aan, dat het zelden voorkomt dat zij hun ouders die soms veel meer geschoold zijn dan de leerkracht, nog zien staan. Wat de jufrouw heeft gezegd, geldt als de wet en daaraan valt niet te nuanceren. Op zich is dat een goede zaak en het benadrukt het algemene ontwikkelingsniveau dat vanuit dat onmetelijk respect moet aanwezig zijn bij de leerkracht. De leerkrachten Kertodikromo, Sampono en Kasim zijn de Leerkrachten van het Jaar voor de clusters Wanica en Para. Er zijn in totaal 23 leerkrachten voorgedragen. De keuze is gemaakt op basis van 13 criteria waaronder de hulpvaardigheid van de leerkracht, het voorbeeldzettend gedrag en de graad van aanwezig zijn. De betreffende leerkrachten verdienen het om elk jaar in de bloemetjes te worden gezet na hun uitverkiezing, het is goed als deze leerkrachten voor het adequaat uitoefenen van hun beroep genoeg publiciteit krijgen als vorm van waardering. Naast de leerkrachten die uitmuntende leerkrachten zijn geweest, zijn ook leerkrachten die in het betreffende jaar geen enkel dag hebben verzuimd gewaardeerd voor hun liefde voor hun vakgebied.
Alhoewel de waardering van de leerkrachten een goede ontwikkeling is, is het toch enigszins onduidelijk hoe de voordrachten hebben plaatsgevonden. De procedure moet bekend zijn. Kennelijk hebben schoolhoofden de ruimte gehad een of meerdere leerkrachten voor te dragen. Het is goed dat de voordrachten adequaat plaatsvinden en dat het voordragende schoolhoofd de 13 meetpunten/criteria transparant kan motiveren met subcriteria. Uiteindelijk moet het dan neerkomen op het optellen van een aantal punten en het doorgeven van de scores. Het waardeoordeel van het schoolhoofd is in dit systeem waarschijnlijk niet helemaal uit te schakelen. Ook aan ouders en ouderverenigingen kan ruimte gegeven worden om mee te helpen de voordrachten te doen. Uiteraard kijken ouders en verzorgers met een andere bril naar leerkrachten. De kritische leerkracht die alles bespreekt met de ouders en geen blad voor de mond neemt, wordt veelal gewaardeerd, maar in sommige gevallen ook niet. Vooral niet wanneer hun kanttekeningen minder diplomatisch worden uitgedrukt of uiteindelijk wijzen in de richting van falend ouderschap. De 13 criteria waarmee een leerkracht zijn/haar ijver en inzet worden beoordeeld, moeten duidelijk bekend zijn bij de burgerij en in het bijzonder ouders en verzorgers. Het zou een heel positieve ontwikkeling zijn als Minov en voordragende instituten te maken zou krijgen met zoveel uitmuntende leerkrachten, dat het moeilijk wordt om de Leerkracht van het Jaar uit te roepen. Een punt om daar te komen, is dat heel breed het besef over de 13 punten bestaat. Ouders en verzorgers weten dan ook aan welk profiel functionerende leerkrachten moeten blijven voldoen. De minister sprak zijn ongerustheid uit over de hoge absentie bij de leerkrachten. Die absentie kan van invloed zijn op de prestatie van klassen, maar ook de attitudeontwikkeling van de kinderen zelf. Kinderen op glo-scholen doen heel vaak hun leerkracht die alles weet na. En met dit voorbeeldgevend gedrag komen wij bij de conclusie dat het opmerkelijk is dat alleen vrouwen zijn uitverkoren. De trend is al een hele tijd evident aanwezig dat de groep mannen op de glo-scholen afneemt. Het verschijnsel ‘meneer’ en ‘meester’ is aan het verdwijnen. Dit zou ook de oorzaak zijn volgens een wetenschappelijk onderzoek gedaan door een promovendus in een volksbuurt, dat veel jongens slecht doen op glo.
Vrouwen zouden teveel natuurlijk meisjesgedrag aanprijzen en als norm belonen en natuurlijk jongensgedrag afstraffen, waardoor school door de jongens teveel geassocieerd wordt met straf en penarie. Sowieso zijn er ook onderwerpen die naar het schijnt minder liggen bij Surinaamse vrouwen in het algemeen zoals politiek, sport en onderwerpen die te maken hebben met nationalisme en vaderlandsliefde. Er is geen bekend beleid van het Minov in uitvoering om op de pedagogische instituten meer mannen aan te trekken voor de basisschool.
Terwijl we de decoratie van de leerkrachten applaudisseren, merken we op dat de job van leerkracht geen gemakkelijke is. Los van het didactische en het vaktechnische, is de algemene ontwikkeling van enorm belang. Vooral kennis van de Surinaamse geschiedenis en de internationale politieke ontwikkelingen zijn onontbeerlijk voor bepaalde leerkrachten. Het actuele nieuws komt niet voor in de geschiedenis- en andere leerboeken, maar staat wel degelijk daarmee in verband. Het is voor een degelijke vorming van de jeugd van uitermate belang dat glo-leerkrachten de link kunnen maken van actuele ontwikkelingen en het leerboek of hun vakinhoud. Ook gebrekkige faciliteiten plaatsen leerkrachten voor uitdagingen die eigenlijk meer op de technische afdelingen van Minov liggen. Heel vaak zijn er klachten over slechte sanitatie (o.a. toiletten en waterafvoer) op scholen. Het blijkt dat sommige leerkrachten door een gezamenlijke inspanning met de kinderen dit probleem kunnen oplossen en dat sommige scholen met dit probleem zitten, omdat kennelijk leerkrachten die extra meter niet willen afleggen. Alhoewel de Minov-verantwoordelijkheid hier duidelijk aanwezig is, zegt de inzet van leerkrachten om zelf wat te ondernemen wel wat over hun inborst als opvoeder. Uitmuntende leerkrachten zijn onontbeerlijk voor de vorming van deugdelijke burgers. Ook wij brengen hulde aan de goede leerkrachten.