Onnodige ophef door RSF toebedeelde plaats!
De ophef die laatstelijk de kop begon op te steken over de plaats die Suriname toebedeeld kreeg in de rangschikking van Reporters San Frontières (RSF) is geheel onnodig geweest. Die plaats is juist en had naar onze mening beter gemoeten. Deze stellingname wordt duidelijker, wanneer wij letten op het multi-sporenbeleid van deze regering op het stuk van de persvrijheid. Laat ons voorop stellen dat het de pers is die het geweten van de natie moet vertegenwoordigen. Dit stellende hebben wij natuurlijk in gedachten de persman die in elk opzicht onbevreesd en in alle vrijheid zijn bronnen kan aanboren om het nieuws te vergaren en te delen met anderen. Uiteraard binnen de grenzen der wet. (Het ligt er ook maar aan waar die grenzen getrokken worden!).
Wij weten zo langzamerhand ook dat de (Grond-)wet het hoogste instituut is dat door een ieder geëerbiedigd dient te worden. Niet alleen door de persman dus, maar ook door u en ons, Jan en Alleman, enz. Er bestaan verschillende methoden om deze vrijheid te beïnvloeden en daar hebben sedert de universele formulering van het begrip persvrijheid diverse regeringen gebruik en misbruik van gemaakt, enerzijds met bruut geweld, anderzijds zeer subtiel. Wij hoeven maar de dagbladen voor op te slaan en daar straalt die beïnvloeding zo op ons af. Eigenlijk stormt die op ons af. Het is allemaal ‘paîs en vree’ in ons land. Alles wat de regering onderneemt, heeft zonder enige twijfel een gouden toekomst. Alle tegenspelers van de regering zien terstond de juistheid van de visie van de regering in. En dat is juist als wij u voorhouden dat die regering ervoor gezorgd heeft dat de persman uit zijn eigen gelederen voortkomt. Dat is een voorbeeld van de zachte subtiliteit. De harde vorm hiervan is intimidatie door stille bedreiging. Daarna volgt – indien nog nodig – de extreme vorm van puur fysiek geweld.
Het kan dus niet anders dan dat de RSF dit beeld schetst over de pers in Suriname, omdat RSF enkel een rooskleurig beeld krijgt voorgeschoteld, zonder dat van enig geweld jegens de pers in Suriname ooit gewag is gemaakt. De intimidatie treedt terstond in werking wanneer onvermoed een issue wordt aangesneden dat de regering onwelgevattig zou worden. Van overheidswege verschijnt dan een verlegging van het accent en daarna komt er geen letter meer over dit onderwerp. De intimidatie heeft dan zijn werk gedaan en er zal geen persman te vinden zijn die dan nog zal durven iets daarover aan te halen.
Wie durft nog iets te zeggen over bv.
– de herinrichting van de kamer van een minister en het “oppimpen†van zijn voertuig zonder de comptabele wegen in acht te hebben genomen;
– de instelling van een ongrondwettelijke gewapende macht, waarin een veelbesproken dubieuze figuur een prominente rol vervult;
– de gratieverlening buiten alle regels om aan een notoire misdadiger;
– de desavouering van het Hoogste College van Staat, de assemblee.
Allemaal zaken die in strijd zijn met de (Grond-)wet.
Dit is maar een zeer beperkte opsomming. Onze minister van Buza verdedigt met verve de president door o.a. uit te varen jegens de Nederlandse regering die naar zijn mening het niet kan verkroppen dat Suriname deze president heeft. Hij heeft eerder niet gereageerd wanneer Caricomleden van dezelfde president diens curriculum vitae wereldkundig maakten, toen deze op het punt stond het voorzitterschap van deze organisatie op zich te nemen. De minister heeft zich waarschijnlijk nooit afgevraagd waarom deze aversie jegens onze president. En dat niet alleen van de kant van de 2 hierboven genoemde landen, maar op zijn minst de gereserveerde houding van leiders van democratische staten. Het is dus niet zo zeer het presidentschap dat in het geding is, maar de persoon van de president. Deze doet ook niet eens pogingen om zijn neergaande imago te verbeteren. Zelfs in eigen land laat hij doodleuk de menigte maar schreeuwen. Hij doet toch wat hij wil, sinds hij zich ervan bewust is dat intimidatie tot nu toe afdoend gewerkt heeft. In het spraakgebruik is er een typerend woord voor zulk een gedrag. En ook voor de persoon die volgens dat gedrag handelt.