Terwijl het DNA-lid Tjin Atsoi (NPS) de deuren wagenwijd wil opengooien voor Chinezen heeft zijn voorzitter Venetiaan een compleet andere houding (opeens) ten opzichte van de Chinese stroom naar Suriname. Tjin Atsoi heef impliciet gepleit voor een toeristenkaart voor Chinezen, omdat er een zeer goede relatie bestaat tussen Suriname en China. Hij zegt dat China maar bestaat uit 1.3 miljard personen en de rest van de wereld uit 5.7 miljard. Het DNA-lid Venetiaan die ook voorzitter is van de NPS en in de partij een Chinese lobby heeft, lijkt nu een andere houding te hebben richting de Chinezen.
Bij de huidige vp zou tenminste een vertegenwoordiger van een Chinese vereniging hebben aangegeven dat de vorige regering bitter weinig heeft gedaan voor de Chinezen. Die persoon sprak ook de hoop uit dat de huidige regering wel wat doet voor de Chinese ondernemers. Hoe moet tegen zo’n uitspraak worden aangekeken? Venetiaan krijgt de erkenning niet van de Chinezen zelf ondanks hij de deur wagenwijd voor ze heeft opengezet, met het doel om een politieke vijand te neutraliseren: de vijand met wie de NPS in een bed sliep.  Het lid Tjina A Tsoi, zelf exponent van de oude gevestigde Chinezen die hier zijn geïntegreerd en wortel hebben geschoten, lijkt nauw betrokken te zijn aan de voortgaande import van Chinezen die voor Chinese doeleinden de economie op lange termijn duurzaam kunnen ontwrichten. In elk geval is door de interventies van Venetiaan en Tjin Atsoi duidelijk geworden dat de NPS geen uitgesproken strategie meer heeft wat de import van Chinezen en de Chinese betrokkenheid in onze economie betreft. Venetiaan is nu als assembleelid begaan met de veiligheidsrisico’s die kleven aan het middels toeristenkaart massaal binnenhalen van Chinezen. Hij had het over de controle omdat toeristenkaarten niet persoonsgebonden zijn, doch alleen samengaan met een bepaalde nationaliteit. De minister van Buza merkte daarop op dat in de afgelopen 20 jaar, dus ook tijdens de regimes van Venetiaan, geen controle is uitgeoefend op de stroom uit landen met wie een visumafschaffingsovereenkomst in werking is geweest. China is op zich wel een land dat een behoorlijk aantal toeristen ‘uitzendt’ naar een aantal landen, mede door de groeiende middenklassen en verhoogde inkomsten. Chinezen gaan veel naar Aziatische landen maar ook naar de USA , Australië en Europa. Chinese toeristen kunnen ons land wat opleveren, maar de vraag is of de Chinese toerist zoekt wat wij te bieden hebben. Voorts is China een risicoland als het gaat om migratie. Er is een levendige mensenhandel die gaat richting veel westerse landen en ook in Suriname wordt door de Amerikaanse autoriteiten beweerd dat er Chinese slaven werken. Adequate controle is er niet, dus wat als Chinese toeristen in de binnenlanden belanden om als slaven te werken of op bouwwerkplaatsen of in gesloten fabrieken?
Het is op het stuk gepast dat een zekere omzichtigheid is geboden zoals de Buza-minister het stelt. De deuren zijn open voor groepen die een bijdrage kunnen leveren aan ontwikkeling van de economie. Vooralsnog is aangekondigd een opheffing van de visumplicht voor houders van een diplomatieke en dienstpaspoort. Â Met betrekking tot de veiligheid van de toeristenkaart merkte de Buza-minister op dat toeristenkaarten per definitie geen identiteitsgegevens bevatten. Het paspoort blijft verplicht en de regering zegt op het stuk van de veiligheid intensieve samenwerkingsverbanden te hebben met Interpol, Braziliaanse autoriteiten, de Fransen en de Guyanezen. Nu wordt afgerond een functionele relatie met Impacs (Caricom). In het kader van het Border Management Control System moeten ongewenste vreemdelingen te identificeren zijn, als het systeem inderdaad functioneel is.
Op korte termijn wordt door analytici aangegeven dat de relaties met China inkomsten kunnen opbrengen waarnaar de landen zitten uit te kijken. Ook Suriname kijkt richting China, omdat er behoefte is naar kapitaal voor de financiering van de ontwikkelingsplannen. Vooralsnog was Nederland het land dat het meeste kapitaal voor de begroting leverde. Meer ambitieuze economieën die een diversificatie van de economie nastreven en ook een rol proberen te vervullen door meerwaarde toe te voegen aan de ‘raw materials’ en een plaats proberen af te dwingen in de wereldwijde productieketen, zullen  uiteindelijk op lange termijn bekaaid ervan af komen als ze blijven plakken aan China. De Chinese strategie is eenvoudig en gericht op de eigen nationale industrie (raw materials en energie) en consumptiemarkt die immens is. China heeft niet genoeg natuurlijke hulpbronnen om te voldoen aan de nationale industriepotentie en ook niet om aan de binnenlandse vraag naar energie en consumptiegoederen te voldoen. Het energievraagstuk is ook van belang in China, er zijn reeds tekorten merkbaar die ook de industrie treffen. Een Chinese strategie om zijn zin te krijgen in de landen is om de economische en de politieke elite goed bevriend te houden. Chinese  ‘investeerders’ hebben al opgemerkt dat veel nieuwe regeringen heel snel megaprojecten aankondigen om hun deel mee te pikken van het Chinese kapitaal. We zijn daartoe bereid, zeggen de Chinezen. Chinezen gaan heel ver in hun no-strings-attached beleid, wordt beweerd. Zo zouden zelfs wapens zijn afgegeven aan regeringen die mensenrechten schenden terwijl de lading officieel in de boeken doorgaat als ‘landbouwmateriaal’.
Het Chinese vraagstuk blijft relevant voor Suriname. De economie is klein en de verleiding vanuit China is groot. Maar we moeten een gediversifieerd economisch buitenlands beleid hebben en oppassen voor een China-verslaving. Wat dit vraagstuk betreft zal er niet veel komen vanuit de oppositie, omdat aan de ene kant NPS verdeeld lijkt. Aan de andere kant zal de VHP niets zeggen dat in enige mate als krenkend zal over komen bij partner NPS. De coalitie is op zichzelf aangewezen om bij het China-beleid niet alleen een korte termijn begrotingsaspect, maar ook een lange termijn duurzame economie-belang te waarborgen.