Paramaribo-Melkveeboeren hebben reeds geruime tijd in overweging om straatacties te voeren. Deze vorm van protest is bedoeld om de import van vee uit Brazilië een halt toe te roepen. ‘Wij gaan kapot, daarom grijpen wij naar het uiterste middel’, zegt de voorzitter van de Vereniging van Surinaamse Melkveeboeren (VSMB), Laurence Pereira, aan Dagblad Suriname.
Tegelijkertijd vraagt hij zich af of het importeren van vee uit Brazilië tot een van de vele beloftes behoort, die de beleidsmakers het volk hebben voorgehouden alvorens zij in het machtscentrum kwamen.
‘Wij zijn moe dat de regering steeds zaken blijft camoufleren en doet overkomen alsof alles koek en ei is. Ze willen niet onderkennen dat ze ons brodeloos maken.’ De VSMB-voorzitter heeft ook geen goed woord over voor de minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij, die middels het toepassen van allerlei foefjes geadviseerd zou hebben om groen licht te geven voor de vee-import. ‘De minister denkt zelf dat hij Onze Lieve Heer is.’
Volgens Perreira genieten zij de ondersteuning van de oppositie. In de achterliggende periode hebben de oppositie en diverse organisaties duidelijk hun stem laten horen dat zij fel gekant zijn tegen de import van slachtvee. ‘En wanneer de regering toch koste wat kost ons kapot wil maken, dan moet zij weg. We gaan ze massaal naar huis sturen.’ Voorlopig wordt een afwachtende houding aangenomen. Onderdirecteur Veeteelt, Edmund Rozenblad, heeft recent laten weten dat de import van vee normaal zal plaatsvinden. Ook de LVV-minister Hendrik Setrowidjojo stelde dat er wel zal worden geïmporteerd.
Dagblad Suriname sprak ook met melkveeboer Ferdinand Bakker. Hij weet niet of het voeren van straatacties het gewenst resultaat zal opleveren. ‘De politie staakt ook, de regering luistert niet eens naar hen, wie zijn wij melkveeboeren dan?’ Bakker stelt duidelijk dat het ministerie van LVV, dat juist een ondersteuning moet zijn voor de boeren, hen bezig is kapot te maken. ‘Het ministerie van LVV is onze grootste concurrent.’
Niet slechts de melkveesector, maar ook de landbouwers en pluimveesector hebben het zwaar te verduren. Ferdinand verduidelijkt dit middels het volgende voorbeeld. ‘Wordt tomaat een beetje duur, dan gaat men meteen erover om tomaat te importeren. Er wordt niet eens nagegaan hoe het komt dat tomaat een beetje duur is geworden. Aan de landbouwer wordt niet eens de ruimte geboden om een beetje geld te maken, terwijl het product het merendeel van het jaar heel goedkoop was. Wordt Surinaams ei een beetje duur, dan begint men meteen ei te importeren.’ Bakker betreurt het dat de melkveesector, de pluimveesector en de landbouwsector kapot worden gemaakt. ‘Alles draait om import.’
Asha Bhagwat