Het landelijk transferseizoen van de Surinaamse Voetbalbond (SVB) is momenteel aan de gang. Dit duurt tot 7 september aanstaande. Zoals gewoonlijk komen de meeste transfers in de laatste dagen voor de sluiting binnen. Op dit moment speculeren de meeste spelers bij clubs op de trainingen voor een eventuele overstap. Het zogenaamd seizoen van de ‘geldwolven en bedelaars’ wordt deze periode ook wel genoemd.
Het gros van de Surinaamse voetballers is vervallen tot een speculant, die elk jaar op zoek gaat naar de beste overeenkomst die hij kan sluiten met de clubeigenaar. Het huidig transfersysteem geeft hen daarin vrijspel. Voetballen en presteren is geen prioriteit meer, wat ze kunnen binnenhalen is het belangrijkste. De trainingen van diverse clubs zijn overbezet; soms 35 man op een training. Eenmaal de onderhandelingen beginnen, laten de voetballers hun eisen niet meteen de boventoon voeren. ‘San joe ab gim’, zeggen ze meestal. Als het clubbestuur eenmaal doorgeeft wat ze kunnen bieden, begint de speculatie. Vervolgens gaat zo’n voetballer trainen bij een andere club. Hetzelfde leggen ze voor aan het bestuur van die club; ‘wat heb je mij aan te bieden.’ Als ze een aanbod krijgen, gaan ze vergelijken. Hierna gaan ze bij een derde en vierde club met hetzelfde verhaal. Vlak voor sluiting van de transferperiode, gaan ze een keuze maken uit al de aanbiedingen. Dus in feite maakt het niet uit voor welke club ze gaan spelen, wat ze krijgen is het belangrijkste. In deze periode zijn ze de zogenaamde geldwolven.
Als een club zo’n speler aantrekt, de tranfer regelt en de voetballer op de moederlijst tekent, dan nemen ze een bedelaarspositie in. In het begin van de competitie zijn de eisen luttele zaken. Een voetbalschoen van SRD 400, schoolgeld als ze tenminste nog scholier zijn, vergoeding voor kleine mankementen in hun auto’s of bromfietsen enz. Zaken die een SRD 100 tot SRD 200 kosten. Voorzitters willen het seizoen goed starten en voldoen aan deze eisen. Na een paar wedstrijden, zie je bepaalde topspelers minder presteren. Het gesprek dat volgt, leert dat zo’n speler ver achter is met de betaling van zijn stroomrekening, er geen gas is om te koken of geld nodig heeft voor iets dringend. Voldoe je niet, blijft hij slecht presteren. Tegen het einde van de competitie, als de club kansen maakt op het kampioenschap, begint de chantageperiode. Wetende dat de club je hard nodig heeft, proberen spelers allerlei scenario’s te bedenken om geld af te troggelen. De meest voorkomende problemen zijn dan mutaties van het werk, dus de taxi moet betaald worden om spelers van verre plaatsen te halen en terug te bezorgen. Ook nog moet het salaris van die dag aan hem betaald worden. Vervoersproblemen, huishuur en soortgelijke problemen steken de kop op. ‘Mi ede weri’, wordt er vaak gezegd. Als je de problemen niet oplost, kunnen ze niet voor je spelen. Ook als er speciale wedstrijdpremies voor belangrijke wedstrijden ontbreken, zetten ze zich niet in. De clubbelangen gelden niet, eigen belangen staan voorop.
Dit fenomeen begon in de topsectie, maar is nu verspreid tot bij de lidbonden en zelfs de jeugdcompetitie. De SVB moet er werk van maken om dit fenomeen weg te werken, anders moeten we vrezen voor het ergste. De geldwolven trainen nu volop bij de verschillende clubs. Rijke clubeigenaren zonder visie raken zodanig verliefd op hun inzet en prestaties, dat ze bereid zijn elke prijs te willen betalen voor zo’n speler.