“Hoe groot het aantal is, is mij niet bekend, maar ik weet dat er veel drop-outs van de lagere school werken op de goudvelden”, zegt BEP-assembleelid Waldi Ajaiso uit Sipaliwini. Het zijn meestal opgeschoten jongens van boven de 15 en 16 jaar die de lagere school verlaten en gaan werken in de goudmijnen. “De goudkoorts trekt veel van deze jongens aan”, zegt het DNA-lid. Ajaiso vindt het een trieste ontwikkeling. De jongens werken er meestal als sjouwer en graver. “Alleen al voor het graven krijgen ze 1 gram goud. En dat is een aardig bedrag”, zegt Ajaiso. De parlementariër zegt dat de goudordening nog veel werk te verzetten heeft in het binnenland. De goudordening dient deze gevallen op de velden te rapporteren en door te spelen naar de bevoegde instanties die mogen optreden. “Dat is ook hun taak, het heeft allemaal te maken met de ordening”, vindt het assembleelid.
Ajaiso vindt dat er in deze ook een belangrijke taak is weggelegd voor het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling. “Als het ministerie niet in staat is de randvoorwaarden te creëren dat kinderen in het binnenland op een adequate manier onderwijs kunnen genieten, dan zal je deze uitspattingen krijgen.” Het DNA-lid hoopt dat de bevoegde autoriteiten die moeten waken voor de leerplicht en ervoor dienen te zorgen dat kinderen gratis onderwijs krijgen, zich niet van verantwoordelijkheden zullen onttrekken.
Het fenomeen drop-outs is een maatschappelijk probleem binnen de Surinaamse samenleving. In 2006 heeft Stichting TANA (Stichting Towards A New Alternative) aan de hand van instroom en uitstroom van leerlingen op GLO-niveau, een situatieanalyse gedaan, waaruit is komen vast te staan dat over het tijdvak 1992-2005, het gemiddelde drop-out rate per lichting op de lagere school 34% betrof. Met andere woorden: een derde deel van de instromers op de lagere school verlaten de school vroegtijdig. In 2009 maakte het Bureau Leri for Life een aanvang met het onderzoeken van mogelijkheden om drop-outs op te vangen en verder te begeleiden. Het bureau dat het onderzoek samen met een aantal NGO’s deed, bood het projectplan in 2011 aan aan toenmalig ATM minister Ginmardo Kromosoeto. Het project zou in 2 jaar worden uitgevoerd en had een prijskaartje van SRD 400.000. Inmiddels zijn de 2 jaren verstreken en is de uitvoering niet gerealiseerd.