Criminoloog Paul over kindvriendelijke politiebureaus

Het aantal jeugdigen dat in verzekering wordt gesteld, blijft in Suriname relatief hoog, stelt het Openbaar Ministerie (OM). Als reactie hierop zijn verschillende initiatieven gepland om jeugdcriminaliteit aan te pakken, vooral in Nickerie. Een belangrijke stap is de transformatie van het politiebureau te Waldeck naar een kindvriendelijke ruimte. Criminoloog Paul geeft tegenover Dagblad Suriname zijn visie op hoe zo’n ruimte eruit zou moeten zien en waarom deze transformatie van cruciaal belang is.

Volgens Paul moet een kindvriendelijke politie ruimte voldoen aan verschillende criteria om effectief en ondersteunend te zijn voor jongeren. “Ten eerste is het essentieel dat de ruimte een niet-bedreigende atmosfeer uitstraalt”, zegt Paul. “Dit kan bereikt worden door het gebruik van warme kleuren, comfortabel meubilair en kindvriendelijke decoraties.” Een dergelijke inrichting kan helpen de angst en stress die vaak gepaard gaan met politieverhoren te verminderen.

Een ander belangrijk aspect dat Paul benadrukt, is de noodzaak van gespecialiseerd personeel. “Het is niet genoeg om alleen de fysieke ruimte aan te passen; er moet ook getraind personeel aanwezig zijn dat weet hoe ze met jeugdigen moeten omgaan”, zegt hij. Dit zou kunnen betekenen dat politieagenten aanvullende training krijgen in jeugdpsychologie en trauma geïnformeerde zorg.

Paul merkt ook op, dat de keuze voor Waldeck in Nickerie opmerkelijk is, gezien de hogere jeugdcijfers in Wanica en Paramaribo. “Hoewel de transformatie van het politiebureau in Nickerie een positieve stap is, zou het logischer zijn om vergelijkbare initiatieven te implementeren in gebieden met hogere jeugdcriminaliteit”, zegt hij. Dit zou een meer gerichte aanpak mogelijk maken, die direct inspeelt op de meest urgente behoeften.

Tot slot wijst Paul op het belang van samenwerking met externe organisaties die gespecialiseerd zijn in jeugdzorg. “Een effectieve kindvriendelijke ruimte kan alleen worden gerealiseerd door samenwerking tussen de politie, maatschappelijke instanties en de gemeenschap zelf”, benadrukt hij. Dit zou kunnen inhouden dat er ruimte wordt gemaakt voor gesprekken met maatschappelijk werkers of jeugdadvocaten, zodat kinderen de steun krijgen die ze nodig hebben.

“Er moet natuurlijk naar gestreefd worden om kinderen in uitzonderlijke gevallen aan te houden en dan moet die aanhouding in het belang van het onderzoek zijn, zoals de wet dat vereist. Als het onderzoek uitgevoerd kan worden zonder een inverzekeringstelling te plegen, dan is het OM wettelijk gehouden dat te doen. Dat geldt ook voor volwassenen. Het OM gaat te snel over tot aanhouding waarbij er geen rekening wordt gehouden met onder andere school”, aldus Paul tot slot.

error: Kopiëren mag niet!