Tijdelijke lichtpunten op een fragiel gebleven economisch fundament

De Suriname Economic and Oversight Board is gebleken in staat te zijn op een heel nuttige manier input te geven over het economisch reilen en zeilen in het land. De SEOB is een onafhankelijke instantie en heeft als hoofddoel het monitoren en adviseren van de regering over het implementeren van het IMF-programma. Ook besteedt de SEOB aandacht aan het economisch herstelplan. Dit wordt gedaan door te kijken naar duidelijke prestatie-indicatoren. 

In haar recente bulletin worden weer heel interessante conclusies getrokken over de stand van de economie. Het 12e SEOB-bulletin gaat in op de voortgang van het IMF-programma en de voornaamste ontwikkelingen die betrekking hebben op dit programma. Een van de conclusies die de SEOB heeft getrokken is dat de wisselkoersen voor vreemde valuta in mei 2024 zijn blijven dalen. Dat is een situatie die in juni 2024 nog aanhoudt maar de vraag is waarop deze stabiliteit is gebaseerd. We hebben in het verleden de situatie gehad van de kunstmatige stabilisatie van de munt door injecties van valuta op de valutamarkt. Dat was onder andere in de periode van president Venetiaan. Internationale financiële instanties hadden hem dat afgeraden. Er werd daarom ook gesproken van een kunstmatig in stand gehouden stabiliteit. 

Wat we in Suriname vaak zien is dat regeringen in staat zijn om de munt in bedwang te houden rond de verkiezingen. Daarna breekt bijna altijd de hel los. Er wordt nu ook gesproken over een overschot van valuta op de valutamarkt. Terwijl de USD-wisselkoers in mei met ruim 5% daalde, daalde de Euro wisselkoers met ongeveer 4% ten opzichte van de SRD. De aanhoudende wisselkoersdalingen kunnen leiden tot inkomstenverlies voor exporteurs en de overheid, terwijl de overheid anderzijds baat kan hebben bij het aflossen van buitenlandse schulden.

Een andere conclusie van de SEOB is dat de jaar-op-jaar inflatie in april 2024 een neerwaartse trend vertoonde en uitkwam op 20,9%. Dit is een daling met 5,9 procentpunt ten opzichte van de maand daarvoor. De inflatie moet verder gaan dalen, waarmee vastgesteld zal worden dat de koopkracht is hersteld. De verbeterde koopkracht is de aanwijzing dat de mensen op straat naar de supermarkt kunnen om hun inkopen te doen. Inmiddels hebben een verhoging van het minimumloon gehad. 

De SEOB heeft een verklaring voor de daling in het inflatiecijfer: dat is toe te schrijven aan de daling in de wisselkoersen. De gemiddelde inflatie  vertoonde eveneens een daling en kwam neer op 39,5% in april 2024. De gemiddelde inflatie wordt gevormd door de prijsstijgingen in de laatste 12 maanden ten opzichte van de 12 maanden daarvoor. De inflatie in april 2024 vertoonde een daling, voornamelijk als gevolg van de dalende wisselkoersen voor vreemde valuta. De inflatie kwam uit op 20,9%, terwijl de maandinflatie uitkwam op 0,7%. Ook nam de kerninflatie verder af. De kerninflatie is de inflatie exclusief voedsel en energieprijzen. De daling in de wisselkoersen ligt nog steeds ten grondslag aan de daling in de kerninflatie, concludeert de SEOB. De gemiddelde 12-maands inflatie daalde naar 39,5%. 

De SEOB heeft ook gekeken naar de maatschappelijke geldhoeveelheid wat een invloed heeft op onder andere de situatie van de koers. Dan denken we aan doelen als het afromen van de Surinaamse munt. In maart 2024 werd de doelstelling voor de SRD-basisgeldhoeveelheid  wederom niet behaald, concludeert de SEO. De oorzaak hiervan ligt in de netto uitgaven van de overheid. Die zouden dus aan de hoge kant zijn en dit zou bijzondere aandacht blijven eisen vanuit de autoriteiten, weet de SEOB.

De spaar- en leenrentes blijven hoog vergeleken met het vorige jaar, maar de daling bleef marginaal in maart 2024. Open Markt Operatie (OMO) rentes daalden in april ten opzichte van maart 2024.

Wat de SEOB ook concludeert is dat de bruto internationale reserve (inclusief de reserves van banken) in maart 2024 uitkomt op USD 1,33 miljard. Daarmee is dan wat vroeger genoemd werd de magische grens van een miljard, overschreden. De importdekking kwam uit op 7,2 maanden, het minimum zou 3 maanden importdekking zijn. Wat dat betreft zou Suriname dus goed zitten en de theorie is dat dit ook invloed zou hebben op de valutakoersen. 

Heet hangijzer in het publieke debat is ook de hoogte van de staatsschuld in procenten van het bruto binnenlands product (BBP), de schuldquote genoemd. Deze daalde in maart 2024 verder naar 132,4%, voornamelijk door de aflossingen van de binnenlandse schulden. Suriname blijft hiermee nog behoren tot de landen in de regio en in de wereld met de hoogste staatsschulden

Opmerkelijk is dat de SEOB concludeert dat ondanks een daling in de wisselkoersen, steeg de buitenlandse schuld uitgedrukt in lokale valuta in maart naar SRD 92,7 miljard. De binnenlandse schuld daalde verder, naar SRD 25,7 miljard als gevolg van aflossingen. Suriname heeft met bilaterale crediteuren een overeenkomsten gesloten in lijn met het herschikkingsprogramma. Onderhandelingen met China zijn in de laatste fase, terwijl er reeds een principeovereenkomst is getekend in het eerste kwartaal van 2024.

Goed nieuws is ook dat de solvabiliteit in de bankensector verder is blijven verbeteren. 

De SRD-component van de maatschappelijke geldhoeveelheid kwam in maart 2024 wederom hoger uit dan overeengekomen met het IMF, vanwege de netto overheidsuitgaven. De overheid dient haar uitgaven in lijn te brengen met haar inkomsten om een mogelijke bestedingsdruk op de inflatie te voorkomen.

Per saldo is de momentopname van de SEOB meer positief dan negatief. Maar de lichtpunten zijn tijdelijk omdat in de economie geen robuuste duurzame veranderingen zijn opgetreden. En dat maakt dat er zorgen blijven voor de Surinaamse economie en instabiliteit om de hoek gluurt. 

error: Kopiëren mag niet!